Strak lak- of verniswerk ziet er niet alleen prachtig uit, het is natuurlijk ook erg goed voor de bescherming van je schip. Zeker houten onderdelen moet je regelmatig bijhouden, anders doen weer en wind snel genoeg hun verwoestende werk. Dus op algemene vraag: hieronder wat tips om mooi schilderwerk te maken waarmee je jaloerse blikken zal oogsten op het water.
1. Verdeel en heers
Schilder lak of vernis nooit rechtstreeks uit de pot, maar verdeel je verf in kleine potjes of bakjes. Wanneer een pot verf lange tijd openstaat vergroot de kans dat er stof en andere onzuiverheden in je verf terechtkomen. Bovendien vervliegt je verf wanneer die blootgesteld wordt aan lucht. Wanneer de verf in je pot vervliegt en dus te dik wordt, moet je ‘m weer gaan verdunnen en dat moet dan erg secuur gebeuren, anders is je verf weer te lopend. Conclusie: verdeel je verf in kleine hoeveelheden, dan beperk je je risico’s.
2 Stof !
Minimaliseer de kans op rondvliegend stof wanneer je schildert en wanneer je schilderwerk aan het drogen is. Dit kan je doen door:
- de grond rond je schilderwerk nat te maken zodat stof niet makkelijk opvliegt als je rondloopt
- kleren aan te trekken waar niet makkelijk stof in gaat zitten (b.v. een oude regenjas)
- jezelf goed ‘af te kloppen’ wanneer je net geschuurd hebt en je daarna gaat verven, of gewoon andere (boven)kleren aan te doen.
- het ding dat je net geschilderd hebt, af te dekken, b.v. met plastic of karton (natuurlijk zonder dat je het plastic of karton contact laat maken met hetgeen je geschilderd hebt.
3. Temperatuur en luchtvochtigheid
Schilder bij de juiste temperatuur. De meeste lakken en vernissen breng je best aan bij een temperatuur tussen 15 en 25 graden. Kijk voor de precieze temperaturen op de pot of het informatieblad, dat je vaak op internet kan vinden. Hoge temperaturen zorgen voor een (te) korte droogtijd. Lage temperaturen zorgen voor een langere droogtijd. Doorgaans ligt de minimale temperatuur rond de 5 graden; onder die temperatuur daalt de kwaliteit van je schilderwerk sterk.
Daarnaast is ook de luchtvochtigheid van belang: die mag niet meer dan 85 % bedragen. Je kan dit testen door het te schilderen oppervlak nat te maken en te kijken of de natte plek na een kwartier verdwenen is. Is dit niet het geval, dan begin je best niet met schilderen. Ten slotte moet je er ook op passen dat je geen condens krijgt op je net aangebrachte verf, want dat verslechtert ook de kwaliteit van je schilderwerk. Condens is in feite het neerslaan van de vochtigheid in de lucht op een ding dat kouder is dan de omgevingstemperatuur. Ik onthoud dit altijd door te denken aan een lekkere koude pils die je uit de koelkast in de warme lucht van je huis brengt. Ziezo: condens. Condens op het ding dat je schildert kan je b.v. krijgen wanneer je vroeg ’s ochtends schildert: wanneer de omgevingstemperatuur al aan het stijgen is, maar wanneer het ding dat je aan het schilderen bent nog niet opgewarmd is.
4. Handschoenen
Persoonlijk vind ik het erg handig om vinyl of latex handschoentjes aan te trekken bij het verven. Zo moet je niet met thinner of ander product je handen bewerken wanneer je gedaan hebt met schilderen. Dit spaart tijd én je handen.
5. Je borstel
Koop een goeie borstel, die geschikt is voor lak- en/of verniswerk, en verzorg die goed zodat je ‘m vaak kan gebruiken:
- Bij een nieuwe borstel zitten er vaak haren los en als die haren in je schilderwerk terechtkomen moet je ze eruit prutsen, met alle frustratie van dien. Een groot aantal van die losse haren kan je eruit krijgen door, voordat je begint te schilderen, je borstel heen en weer te wrijven op een schoon stuk schuurpapier met een grove korrel.
- Tussen het aanbrengen van 2 lagen kan je een plastic zak (of gebruikte latex handschoen) rond je borstel wikkelen, zodat er (bijna) geen lucht meer bij kan. Zo blijft je borstel enkele uren tot een dag gewoon herbruikbaar.
- Spoel je borstel na gebruik uit met verdunner. Ik heb goeie ervaring met het gebruiken van de verdunner die de verffabrikant voorschrijft. Thinner of white spirit mengen niet altijd goed met de verf wanneer je de borstel de volgende keer in nieuwe verf doopt.
- Na het schoonmaken van de borstel met verdunner, hang je borstel met de haren naar beneden in een potje met lijnolie (bedankt Egbert voor de tip). Zo kan je ‘m eigenlijk maandenlang bewaren en blijft je dure borstel mooi intact. Als je opnieuw gaat schilderen moet je natuurlijk wel eerst alle lijnolie goed uit je borstel wrijven.
6. Voorzichtig doppen
Deze heb ik aan m’n pa te danken: dop je borstel voorzichtig in de verf, zodat er enkel verf komt te zitten op het onderste stuk van de haren op je borstel. Idealiter is de bovenste helft van je haren nog helemaal schoon. Dit zorgt ervoor dat je je borstel veel makkelijker kan schoonmaken als je verfklus gedaan is. Met een borstel die van boven tot onder vol verf zit is het bovendien moeilijker om je verf te doseren. Ook krijg je met een overvolle borstel sneller handen vol verf en dus vingerafdrukken op alles wat je aanraakt.
7. Kruiselings verven
Breng je lak of vernis altijd aan door in 2 richtingen te verven met je borstel: b.v. aanbrengen van links naar rechts en dan nog er nog eens overheen gaan van boven naar beneden. Dit zorgt ervoor dat de verf zich goed verdeelt, dat de hechting verbetert, en dat je een gladde afwerking krijgt. Je verkleint hiermee dan ook de kans op lopers in je lakwerk.
Wil je nog meer informatie en tips over schilderen. International heeft een vrij uitgebreide schilderhandleiding, die je gewoon gratis kan downloaden.
Wil je reageren ? Heb je zelf nog handige tips ? Dat kan hieronder !
Vond je dit artikel interessant en wil je meer ? Schrijf je dan hier in op Bob’s nieuwsbrief, en dan krijg je de laatste updates zo in je mailbox.